Rachèl Blokhuis-Koopman & Ernst van den Hemel
“Dinoland: Dat Is Leuk!” De slogan geeft gelijk aan waar het in het themapark Dinoland in Zwolle om draait. In het themapark wordt, zoals in alle themaparken, informatie gecombineerd met vermaak. Twee animatronic dinosaurussen op het hek boven de ingang krijsen naar ons terwijl we het park binnenlopen. In het park vind je levensgrote dinosculpturen, zandbakken waar je fossielen kan opgraven, vr-omgevingen, en theatervoorstellingen waarna je met een dinosaurus op de foto mag. Zo leren bezoekers spelenderwijs over de prehistorie.
Tegelijkertijd is het ook de plek waar een radicaal andere visie op de (pre)historie aanwezig is. In Dinoland, tijdens een rondleiding op deze zaterdag in mei, wordt verteld dat dino’s niet onderdeel zijn van de prehistorie, maar van recente Bijbelse gebeurtenissen. De rondleiding is georganiseerd door het Logos Instituut, een stichting die zich inzet voor creationisme in Nederland en België, en wordt gegeven door Gert-Jan van Heugten. Gert-Jan is een onderzoeker en spreker die over meerdere onderwerpen lezingen verzorgd en specifiek is uitgenodigd door het Logos Instituut om uit te leggen hoe het jonge-aardecreationisme tegen dinosaurussen en prehistorie aankijkt.

Het jonge-aarde creationisme is een stroming binnen het christendom die uitgaat van een letterlijke lezing van de Bijbel, met name van het scheppingsverhaal in Genesis. Volgens deze interpretatie is de aarde ongeveer zesduizend jaar oud. Dit staat haaks op de wetenschappelijke consensus over een miljarden jaren oude aarde. Dinosaurussen zouden volgens deze visie niet 65 miljoen jaar geleden zijn uitgestorven door een meteorietinslag, maar pas ná de zondvloed, doordat het klimaat drastisch veranderde. Volgens deze lezing betekent dit dat mens en dino samen hebben geleefd, en dat er dus dino’s meegingen op de Ark van Noach.
De oorsprong van dit gedachtegoed ligt deels in het 19e-eeuwse Amerika, waar als reactie op de opkomst van het Darwinisme een protestbeweging ontstond die pleitte voor ‘Bijbelse wetenschap’. Deze beweging kreeg vorm in The Fundamentals (1910–1915), een reeks pamfletten die de basis legde voor het christen-fundamentalisme. Binnen dit denken werd de onfeilbaarheid van de Bijbel verdedigd tegen de opkomst van de moderniteit, de evolutieleer en een historisch-kritische benadering van de Bijbel, die met name vanuit Duitsland als academische methode werd ontwikkeld. Een letterlijke lezing van de Schrift gold hierbij als het belangrijkste weerwoord. In de Verenigde Staten wordt dit jonge-aarde creationisme via organisaties als Answers in Genesis in allerhande mediavormen uitgedragen, met als tastbare voorbeelden het Creation Museum en de Ark Encounter in Kentucky. Vandaag de dag gelooft ongeveer 37% van de Amerikanen in jonge-aarde creationisme.
In Nederland wordt het jonge-aarde creationisme over het algemeen aangehangen door evangelische christenen en door bepaalde groepen binnen orthodox-protestantse hoek. En ook in Nederland wordt dit wereldbeeld middels allerhande media vormen uitgedragen. Het Logos Instituut vertaalt veel van deze ideeën en publicaties voor een Nederlandstalig publiek en publiceert ondermeer kinderboeken, dvd’s en reisboeken. En, zij organiseren ook rondleidingen in Dinoland.
We worden rondgeleid door het park en stoppen zo nu en dan bij beelden van dinosaurussen waarbij we informatie krijgen over het verschil tussen evolutie-wetenschap en wetenschap vanuit de Bijbel. Gert-Jan geeft op een toegankelijke manier de kernpunten van het jonge-aarde creationisme weer. Ook de retorische stijl van de gids komt aardig overeen met de strategieën die bijvoorbeeld Answers in Genesis ook gebruikt. Zo wordt er door jonge-aarde creationisten vaak gesproken over op welke wijze de wetenschap dingen invult die we niet weten. Opgegraven botten worden bijvoorbeeld op manieren bij elkaar gepuzzeld waarvan we niet weten of het echt zo was. Zo gebruiken jonge-aarde-creationisten dit argument vaker om hun wereldbeeld te onderbouwen: omdat er nog zoveel onbekend is, zou het ook zomaar kunnen dat er heel andere verklaringen zijn voor fenomenen zoals de oerknal, evolutie of het uitsterven van de dinosaurussen. Een dergelijk argument maakt onze gids ook: welke kleur ze hadden, en of dinosaurussen geluid maakten weten we niet. Dus de tot leven gewekte animatronic dinosaurussen die boven de ingang van Dinoland hangen, en die naar ons brullen met een Jurassic-Park-achtige krijs, zeggen misschien wel meer over onze verbeelding dan over de pre-historie.
Als antwoord op deze onzekerheden binnen het evolutionaire perspectief, wordt benadrukt tijdens de rondleiding dat de Bijbel op sommige punten wél een sluitende uitleg biedt. Zo wordt bijvoorbeeld gesteld dat de evolutietheorie geen overtuigend antwoord kan geven op het ontstaan van de ijstijd. Maar vanuit het zondvloedmodel, zoals beschreven in Genesis, wordt het ontstaan van een ijstijd volgens hem wél begrijpelijk. Door de wereldwijde zondvloed veranderden de ecologie en klimaatpatronen zo drastisch dat na een periode van warme temperaturen een afkoeling kon plaatsvinden. Wat hierbij opvalt is hoezeer jonge-aarde creationisme zelf ook de taal van de wetenschap spreekt. Binnen het jonge-aarde creationisme wordt de Bijbelse visie op de geschiedenis van de aarde niet gepresenteerd als een conflict tussen geloof en wetenschap, maar als een strijd tussen twee vormen van wetenschap: wetenschap-zonder-de-Bijbel (de evolutietheorie) versus wetenschap-met-de-Bijbel (creationisme). Volgens het jonge-aarde creationisme is wetenschap-met-de-Bijbel simpelweg beter in staat om geologische en biologische ontwikkelingen te verklaren.
Een ander veelgebruikt argument is het wereldwijde voorkomen van drakenverhalen in oude mythologieën. Hoe komt het dat over de hele wereld mensen drakenverhalen vertellen? Jonge-aarde creationisten stellen dat vanuit een evolutionair perspectief—waarin mensen en dinosaurussen nooit tegelijkertijd leefden— dit moeilijk te verklaren is. Maar het jonge-aarde creationistische standpunt, waarin mensen en dinosaurussen wél samenleefden, ziet drakenverhalen als bewijs van hun wereldbeeld. Drakenverhalen worden zo gezien als historisch bewijs van echte ontmoetingen met dinosaurussen.
Zo zien we dat dinosaurussen gebruikt worden als spannende en toegankelijke illustraties van een wereldbeeld. Dit zien we duidelijk in het eerdergenoemde Creation Museum in Kentucky. Zoals al in de naam besloten ligt is het een museum waarin de creationistische visie op de aarde uiteengezet wordt. Zij gebruiken immersieve media om het publiek door middel van attracties, animatronic dinosaurussen en 4d cinema onder te dompelen in de claims van het jonge-aarde creationisme. Terwijl je rondloopt tussen de levensechte dinosaurussen, en informatie krijgt over zondvloed, schepping en drakenverhalen kan je je voorstellen hoe het geweest moet zijn toen mens en dino samenleefden.
Jonge-aarde creationisten zijn niet de enigen die immersieve presentaties van dino’s combineren met pedagogische informatie. Bijvoorbeeld, al sinds de eerste tentoonstellingen van dinosaurussen worden dinosaurussen op multimediale manier tentoongesteld. De filmreeks Jurassic Park zorgt al decennia voor dino-hypes en voor toenames in het aantal studenten paleontologie. Ook in musea worden dinosaurussen op spectaculaire manier tentoongesteld. Zoals we elders op dit blog hebben besproken worden in natuur-historische musea als Naturalis allerhande mediavormen gebruikt om de natuur en geschiedenis van de aarde betekenis te geven. De fossielen, zoals die van de Tyrannosaurus rex Trix, worden neergezet en uitgelicht op een manier die immersie en beleving maximaliseert (zo staan de fossielen in Naturalis tegen de achtergrond van een projectiescherm waar middels geluid en projecties het idee geopperd wordt dat we in een bos met levende dinosaurussen staan). Ook heeft Naturalis thema-park achtige ‘dark rides’: in de Rexperience bijvoorbeeld, beleef je een multimediaal avontuur waarbij je in een tijdmachine terug in de tijd reist, om vervolgens neer te storten in de pre-historie en vlak voor de inslag van een komeet weer ontkomt.

De rondleiding in Dinoland past kortom bij een breder palet en langere traditie aan praktijken waarbij op allerlei manieren en vanuit allerlei hoeken sensationele verbeeldingen van dinosaurussen gebruikt worden om verhalen over schepping en de oorsprong van de mensheid uit te dragen. De aantrekkingskracht van dinosaurussen kan gebruikt worden om prehistorie of letterlijke Bijbellezing overtuigend te maken. Hoewel de opvattingen van het Logos Instituut en plekken als Dinoland of Naturalis letterlijk miljoenen jaren uit elkaar liggen, gebruiken ze allebei nieuwe mediavormen om mensen te betrekken bij hun pedagogische missie. Het is een productief onderzoeksterrein voor ons project: wat zijn de voor,- en nadelen van het gebruik van entertainment? Op welke manier worden onze zintuigen ‘ge-imagineered’ door religieuze groepen, musea en andere organisaties?
Onze gids benadrukte aan het einde van de rondleiding dat dino’s gewoon leuk mogen zijn. Tijdens de rondleiding worden we er expliciet aan herinnerd dat we na afloop de hele dag in het park mogen blijven. Contrasterende claims over prehistorie en schepping deden er de rest van de dag weinig toe: de kinderen waren vooral druk met het graven naar edelstenen en fossielen.