‘Feeling Good’: Op bezoek bij een Immersive Art Experience in Amsterdam

“Noem het een modern museum, of een meeslepende, zinnenprikkelende, audiovisuele totaalervaring. Maar hoe je het ook noemt: Fabrique des Lumières is een belevenis die draait om kunst. Bedoeld om te prikkelen, te raken en overdonderen. Toegankelijk voor iedereen en uniek in z’n soort. In Fabrique des Lumières wordt kunst tot leven gewekt: het werk van de grootste artiesten uit de geschiedenis, gegoten in een digitale ode van beeld en geluid.”

Met deze woorden wordt de tentoonstelling Hollandse Meesters in het Amsterdamse Westerpark omschreven. Onder de naam Fabrique des Lumières wordt een oude fabriekshal van de Westergasfabriek omgetoverd tot een immersieve ervaring van schilderijen van Vermeer, Rembrandt, van Gogh en Mondriaan. Het resulteert in een dubbel gevoel: ontegenzeggelijk werkt de onderdompeling in de kunstwerken, maar toch kan je je afvragen wat deze audiovisuele totaalervaring doet met kunst en onze zintuigen. Met deze blogpost leggen we verslag van het bezoek van drie Makebelief-onderzoekers aan de tentoonstelling Hollandse Meesters in Fabrique des Lumières.

Bij binnenkomst lopen we een grote industriële hal in. In het verleden was hier de Westergasfabriek gevestigd, en dat is nog steeds te zien. De hal is misschien wel tien meter hoog, dertig meter diep en hier en daar staan nog een soort van stoomgemalen of generatoren. Vervolgens begint de audivisuele totaalervaring. De gehele ruimte wordt gevuld met bewegende projecties. Schilderijen verschijnen immens uitvergroot overal om ons heen. De hele ruimte vult zich ook met geluid, meeslepende muziek versterkt de effect van de projecties. Klassieke muziekstukken, zoals pianostukken van Sibelius en Philip Glass maar ook jazz en (pop)muziek van Radiohead, of Sigur Ros accentueren de emoties die de schilderijen van Vermeer, Rembrandt, van Gogh, en Mondriaan moeten opwekken. De schilderijen worden uitgerekt en gedeeltes bewegen over de muren, vloeren en het plafond. Bij de sterrennacht van van Gogh tuimelen de sterren door de ruimte, bij de Nachtwacht marcheren de schutters over de metershoge muur ondersteund door dreigende muziek. De abstracte schilderijen van Mondriaan lichten op onder de stuiterende klanken van bebop. Bij de wuivende graanvelden van van Gogh en zijn beruchte Zelfportret met Verbonden Oor klinkt ‘I’m feeling good’ van Nina Simone. Wanneer je op het Youtube-filmpje hieronder klikt kun je wat ervaren van hoe het voelt om in deze ruimte te zijn. Het filmpje is geschoten met 360-graden beeld, waardoor je kan rondkijken door je telefoon te bewegen of met je cursor te slepen.


Op ons was het effect een rustgevend gevoel. Het valt op hoe mensen zich vrij voelen om door de ruimte te bewegen, in een hoekje zijn mensen op de grond gaan liggen, anderen vlijen zich tegen de muur of zitten met de ruggen tegen elkaar. Het is een voordeel van deze manier van tentoonstellen waar we voorheen niet zo bij stil gestaan hadden. Als de kunstwerken uitgerekt worden, en overal om ons heen geprojecteerd worden kan je overal aanwezig zijn, kan je overal kijken en mag je overal zijn. Dit vormt een groot contrast met de klassieke museum-ervaring, waar het kunstwerk doorgaans aan de muur hangt, achter een fluwelen koord, waarvoor het publiek zich verdringt. De kunstwerken die in Fabrique des Lumières getoond worden (Vermeer’s Meisje met de Parel, Rembrandt’s Nachtwacht, Victory Boogie Woogie van Mondriaan), zijn zeer bekende meesterwerken waar bijna altijd drommen mensen omheen staan. In vergelijking met hoe kunst in het Van Gogh Museum of Rijksmuseum ervaren wordt, kunnen we ons voorstellen dat deze audiovisuele totaalervaring een bevrijdend gevoel van rondhangen in de kunst oplevert.

Links het schilderij ‘Meisje met de Parel’ door Johannes Vermeer zoals het hangt in het Mauritshuis, rechts een voorbeeld van de immersive projectie van hetzelfde schilderij (met de auteur ter illustratie van de schaal).

Toch komen er ook kritische gedachten op. Zo valt het op hoezeer de immersieve vorm effect boven informatie stelt. Het kunstwerk wordt nauwelijks gecontextualiseerd. Er wordt niet verteld op welke manier Vermeer een vernieuwende kracht was in zijn tijd, wat de schilderijen van Rembrandt zo mooi maakt, of op welke manier de abstracte vierkanten van Mondriaan de uitkomst van een rebellieuze artistieke ontwikkeling zijn die veel zegt over de twintigste eeuw. In plaats van uitleg waarom deze kunst mooi is of belangrijk, lijkt de vorm alleen maar in onze zintuigen in te prenten dàt ze mooi zijn. Het is, om met Birgit Meyer te spreken, gericht op het maken van een wow-gevoel. En, ik hoef maar naar het kippenvel op mijn armen te kijken om te weten dat de techniek daar erg goed in is.

Langzaam bekruipt ons de gedachte dat dit wow-gevoel eigenlijk weinig met de kunstwerken zelf te maken heeft. De bezoeker wordt niet verteld wanneer of waarom het gemaakt is, of zelfs maar hoe groot het kunstwerk in werkelijkheid is. Sterker nog, het kunstwerk wordt uit elkaar getrokken in deze immersive experience, kunstwerken lopen in elkaar over en stukjes worden onderdeel van animaties. Na afloop hebben we geprobeerd aan de hand van de catalogus te reconstrueren hoe de schilderijen in elkaar geschoven zijn, en het was vaak lang niet duidelijk hoe de individuele kunstwerken eruit zien. Misschien wordt dit als veronderstelde kennis beschouwd, en biedt de immersive art experience een emotionele verdieping van al bestaande kennis? Maar dan nog, het leek op momenten alsof het kunstwerk zelf uit het zicht verdween te midden van het audio-visuele spektakel.

In ieder geval is een immersive art experience zoals dit niet de plek voor een kritische interactie met kunst. Er wordt in deze immersive tentoonstelling met geen woord gerept over, bijvoorbeeld, de schaduwzijden van de Gouden Eeuw waarin Rembrandt zijn schilderijen maakte. Er wordt niets gezegd over de provocatieve dimensies van het werk van Mondriaan. In plaats daarvan biedt deze ervaring alleen een onderdompeling. Gedeeltelijk lijkt dat te komen door de vorm: als het kunstwerk overal is, als al onze zintuigen ingeschakeld worden is er geen buiten het kunstwerk. Er is in deze immersive totaalervaring geen plaats voor bordjes of audiotours die het kunstwerk van context voorzien. Dat zou het gevoel van immersie doorbreken.

Ook is duidelijk dat het hier om een andere plek gaat dan een museum. In contrast met bijvoorbeeld het Rijksmuseum of het Mauritshuis, waar de meeste schilderijen van Rembrandt en Vermeer hangen, gaat het hier niet om een erkend en gesubsideerd (rijks)museum. Waar musea vaak een uitgebreide educatieve doelstelling hebben, ondersteund door stichtingen met een ANBI-status, is deze experience een plek waar vrijer met kunst omgegaan kan worden, waar het effect op het publiek op een andere manier gemaximaliseerd kan worden. In tegenstelling tot het Rijksmuseum, waar men de afgelopen jaren veel geïnvesteerd heeft in het contextualiseren van de Gouden Eeuw, door bijvoorbeeld de verhouding tot kolonialisme en slavernij te benadrukken, staat in Fabrique des Lumières het feel-good effect centraal. We zijn hier in een bedrijf, een onderneming die de ticketprijs van 18 euro verantwoordt met de belofte van een onvergetelijke feel-good ervaring.

Zo levert Fabrique des Lumières een interessante reeks vragen op. Wie bepaalt de gevoelswaarde van kunst? Maar ook, welke rol spelen projectoren, surround sound en uitvergrote kunstwerken in immense ruimtes in het maken van ons gevoel? Welke ruimte laat dit soort ‘imagineering’ van onze emoties over voor kritische reflectie? En, wat is het waar kunst om gaat? Immersieve onderdompeling in een esthetische ervaring of kritische reflectie en distantie? Hoe verhouden emotionele onderdompeling en kritisch nadenken zich eigenlijk tot elkaar? Sluiten zij elkaar uit? Of kunnen ze gecombineerd worden?

We zullen deze vragen nog verder uitwerken bij ons onderzoek naar immersive ervaringen. Sommige van deze vragen zullen zich nog dringender aandragen wanneer we kijken naar expliciet politieke toepassingen van immersive media. Als het gaat om het verbeelden van nationale identiteit, religieuze overtuigingskracht, of cultureel erfgoed zijn vragen over ruimte voor het publiek om kritische vragen te stellen en diverse ervaringen van het tentoongestelde cruciaal. Naarmate immersive experiences meer gebruikt worden in verschillende contexten, wordt geletterdheid over hoe onze zintuigen geprogrammeerd kunnen worden belangrijker.

Wat we wel weten is dat de techniek werkt. Ondanks de kritische kanttekeningen heeft de tentoonstelling een effect op ons: knipperend tegen het zonlicht in het Westerpark voelt het bij het verlaten van de tentoonstelling alsof onze zintuigen even op vakantie zijn geweest.

nl_NLDutch