Middels een uitgekiende plaatsing van spiegels en lampen verschijnt een spook op het Victoriaans toneel. Deze techniek, genaamd Pepper’s Ghost, is sinds de negentiende eeuw een populaire visuele illusie. Sinds de negentiende eeuw is de techniek niet alleen in toneelstukken aanwezig, maar wordt zij ook in themaparken, goochelshows, musea en de muziekwereld veelvuldig gebruikt. Pepper’s Ghost wordt zelfs ingezet om doden opnieuw tot leven te wekken. In deze blogpost introduceren we wat een Pepper’s Ghost is, en laten we zien hoe het sinds de negentiende eeuw gebruikt wordt om zowel vermakelijke als emotioneel betekenisvolle illusies ten tonele te brengen.
Zoals het beeld laat zien dat bovenaan deze blogpost staat, is een Pepper’s Ghost een projectie van een verdekt opgesteld object op een schuine glasplaat. Hierdoor lijkt het alsof een semitransparant object op het podium zweeft. De eerste beschrijving van deze optische illusie is door Giambattista della Porta in zijn 1558 Magia Naturalis. Maar het was John Henry Pepper die de techniek demonstreerde in 1862.
De half doorschijnende kwaliteit van het beeld levert een spookachtig effect op. Hierdoor wordt het veel gebruikt voor griezelverhalen en attracties. Denk bijvoorbeeld aan de spookachtige verschijningen bij Charles Dickens’ A Christmas Carol. Maar ook buiten het theater wordt het veel gebruikt. Het komt vaak voor in goochelshows en in bijna ieder themapark wordt Pepper’s Ghost veelvuldig ingezet. Zo komt het in de spookhuizen in Disneyland steevast voor om ondermeer walsende spoken te laten zien. En ook in de Efteling zijn er veel Pepper’s Ghosts. In het (nu gesloten) spookslot waren er wel tientallen Pepper’s Ghosts, waaronder een doodshoofd in een glazen bol, vioolspelende handen en een geestenmolen waarin doden ronddansen. In het Sprookjesbos zijn er ook meerdere te vinden. Zo verschijnt de kwelgeest van de Chinese keizer middels een Pepper’s Ghost in het sprookje ‘De Chinese Nachtegaal’. In Tafeltje Dekje wordt een volle gedekte tafel te voorschijn getoverd middels een Pepper’s Ghost. In het sprookje over het Meisje met de Zwavelstokjes knielt een animatronic pop in de sneeuw. Bij het uitblazen van de laatste adem zweeft de geest van het stervende meisje ‘naar Gods paradijs’ door middel van een Pepper’s Ghost.
Maar ook in de erfgoedsector zijn veel Pepper’s Ghosts te vinden. Het Children’s Museum in Indianopolis, bijvoorbeeld, prijst het gebruik van Pepper’s Ghost als volgt aan: “Watch this miniature room come to life and imagine what it’s like to live there!” Ook is er in Museum het Grachtenhuis in Amsterdam een mooi voorbeeld te zien waarin de geschiedenis van een grachtenpand verteld wordt. Een miniatuur van het grachtenpand functioneert hier als het decor waarop twintig verschillende verhalen geprojecteerd worden. Door de verschijnende en verdwijnende verhalen laat deze installatie zien hoe een alledaags huis aan de gracht het podium is geweest voor vele voorbijgegane levens.
Deze voorbeelden laten mooi zien waar Pepper’s Ghost goed in is: Pepper’s Ghost projecteert het onzichtbare in het zichtbare, het bijzondere in het alledaagse, het verleden in het heden. Daarmee wordt er in het alledaagse iets fascinerend bovennatuurlijks geplaatst.
Zoals blijkt uit de hierboven genoemde voorbeelden wordt Pepper’s Ghost vaak gecombineerd met andere mediavormen, zoals animatronics (zie het Meisje met de Zwavelstokjes), of het miniatuur (zie het miniatuur-grachtenpand). Pepper’s Ghost is in tijden van elektriciteit, animatronic, hologrammen en AI opvallend bestand gebleken tegen de tand des tijds.
Dit zien we ook sterk terug in het gebruik van Pepper’s Ghost bij het tot leven brengen van beroemdheden. Michael Jackson, Whitney Houston, Elvis, André Hazes, Tupac, het zijn allemaal beroemdheden die middels Pepper’s Ghost tot leven gewekt zijn. Je kan zelfs naar een tournee van Abba waarin de liedjes gezongen worden door zogenaamde ‘Abbatars‘. Laten we eens inzoomen op het optreden van Tupac tijdens Coachella 2012, vijftien jaar na diens overlijden.
Alhoewel dit niet het eerste gebruik was van Pepper’s Ghost om een beroemdheid tot leven te wekken werd het wel een van de beroemdste voorbeelden van een optreden van een overleden artiest. En we kunnen hier spreken over optreden omdat het niet gaat om oud materiaal van toen Tupac nog leefde. Via een combinatie van Pepper’s Ghost en een digitaal gegenereerde stem van Tupac zien we de rapper ‘live’ het publiek toespreken: ‘What the fuck is up Coachella!!!”
We zien hier een aantal elementen terugkeren die we hierboven al bespraken. Het gebruik van Pepper’s Ghost heeft allereerst een betoverend effect: er lijkt iets aanwezig te zijn wat er niet is, het is meer dan een registratie van een optreden, het is een aanwezigheid. Duidelijk gemedieerd middels een special effect, maar toch een vorm van een authentiekere aanwezigheid dan een vertoning van oude filmbeelden. Daarnaast zien we hoe Pepper’s Ghost gemengd kan worden met andere technieken. Hier gaat het om een vroege vorm van digitaal gegenereerde content van een overleden artiest. Als je een groot genoege collectie hebt van iemands stem kan je met geavanceerd knip-en-plakwerk nieuwe teksten maken (een techniek die met recente AI-ontwikkelingen nog vaker te zien zal zijn). Tot slot zien we dat een overleden beroemdheid tot leven gewekt wordt middels deze techniek. Het publiek ervaart hier een bovennatuurlijke aanwezigheid van een overleden beroemdheid, en is in het aanschijn van zijn aanwezigheid deelgenoot van iets groters dan alleen een concert.
Dergelijke zaken zien we ook terug bij andere vormen van het gebruik van Pepper’s Ghost om overleden beroemheden tot leven te wekken. Zo wordt de ‘André Hazes Resurrection Hologram’ niet gepresenteerd als een optreden van Hazes uit het verleden, maar als een nieuw optreden, een herrijzenis van een overledene. Het valt hierbij op hoe de techniek het meest ingezet wordt bij wat wel als seculiere heiligen gezien kan worden. Elvis, Tupac, en Hazes zijn voorbeelden van beroemdheden bij wie na hun dood een soort van sacralisering plaatsvond, inclusief bedevaartsoorden (Graceland werd een waar bedevaartsoord), relikwieën (Irene Stengs beschrijft hoe er na de dood van André Hazes een uitgebreide herdenkingscultuur opkomt waarbij de as van Hazes op vele verschillende manieren gebruikt werd in herdenkingsrituelen en praktijken), en aan complot-theorie grenzende weigering om te geloven dat deze bovennatuurlijke individuen echt dood zijn (voor zowel Tupac als Elvis geldt dat er de wildste theorieën rondgaan, inclusief geloof in terugkeer).
Pepper’s Ghost lijkt hier te functioneren niet alleen als vermaak maar ook als een manier om de dood niet het einde van een authentieke aanwezigheid te laten zijn. Het laat zien hoe special effects ingezet kunnen worden om een, voor fans althans, intieme ervaring van de aanwezigheid van een beroemdheid mogelijk te maken.
Zoals we hebben laten zien is Pepper’s Ghost telkens in staat gebleken de aansluiting te vinden bij nieuwe technieken. Van het Victoriaans theater, tot animatronics, van het miniatuur tot digitaal gegenereerde concerten. Het reist vanuit het theater naar het themapark, van het museum naar het concertpodium. Het heeft daarbij telkens weer mensen betoverd en ontroerd door met de grenzen van het aanwezige en het niet-aanwezige te spelen. In de nabije toekomst valt het te verwachten dat Pepper’s Ghost toegepast zal worden in combinatie met generatieve AI. Uitvaartondernemingen hebben al de techniek ontwikkeld om een zelfsprekende avatar van bijvoorbeeld een overleden familielid te kunnen maken. Zo blijft Pepper’s Ghost betoverend verbonden aan griezelig vermaak maar ook aan diepere vragen rondom aan,- en afwezigheid van wat ons dierbaar is.